Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [16]Doe niet tot Zijn woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordt. 16. Hij verbiedt niet iets af te doen van de woorden Gods, niet omdat zulks geoorloofd is; want dat is mede verboden, Deut.4:2, en Deut.12:32; Openb.22:19; maar omdat de mensen meest tot toedoen genegen zijn, en dat onder den schijn van goede uitlegging en buitengewone heiligheid.